Radiologie in de Geneeskunde

Radiologie is een afdeling in geneeskunde die x-stralen gebruikt voor de diagnose en behandeling van ziektes. Het kan in twee onderdelen gesplitst worden, zijnde diagnostische radiologie en interventie-radiologie.

Ontwikkeling van radiologie

In 1895 ontdekte Wilhelm Conrad Röntgen in een verdonkerd laboratorium in Würzburg de x-straling, nu ook gekend als röntgenstraling. Al snel werden deze stralingen gebruikt voor radiografische beelden, die gevormd worden door ioniserende straling die een contrast-beeld vormt op een stuk film.

Röntgen verdiende met zijn ontdekking de eerste Nobelprijs in natuurkunde, in 1901. Zijn ontdekking was een ware doorbraak, die de geneeskunde enorm zou vooruithelpen. Met de dood van Clarence Dally, de assistent van Thomas Edison, die werkte op x-straling, kwamen de gevaren die gebonden zijn met röntgenstralen aan het licht. Vanaf 1904 werden daarom voorzorgsmaatregelen ingevoerd voor het gebruik van x-stralen.

Radiologie technieken

Net als de beelden die werden gemaakt in 1895 worden hedendaagse radiografische beelden geproduceerd met een combinatie van ioniserende straling en een lichtgevoelig oppervlak. Dit laat dokters toe om als het ware binnen te kijken in het lichaam van een patiënt, zonder hem te hoeven opereren. Radiologie wordt gebruikt in allerhande toepassingen, van het nagaan van gebroken beenderen tot een echolocatie, waarbij men naar een ongeboren baby kan kijken. Met x-stralen kan men de oorzaak van bepaalde symptomen diagnosticeren, monitoren hoe je lichaam reageert op een behandeling die je krijgt voor een bepaalde aandoening of ziekte en screenen voor allerhande ziektes, zoals borstkanker en hartfalen.  

De grootste voordelen van radiologie zijn dat de beelden relatief goedkoop gemaakt kunnen worden, en dat het hele lichaam kan onderzocht worden met behulp van draagbare machines, zoals bijvoorbeeld bij een mammografie. Het grootste nadeel is uiteraard dat er risico’s verbonden zijn aan het gebruik van de x-stralen.

Computertomographie (CT) wordt de dag van vandaag het meeste toegepast. Recente ontwikkelingen laten extreem snelle scans toe, die twee-dimensionele doorsneden genereren in alle mogelijke oriëntaties. Ook geavanceerde driedimensionale reconstructies zijn mogelijk. De radiatie dosis blijft echter hoog, dus de nodige maatregelen moeten nog steeds worden genomen.  

Ultrasonographie is de goedkoopste en minst gevaarlijke toepassing, die akoestische energie gebruikt hoger dan het menselijk gehoorbereik voor de productie van beelden. Aangezien hier geen ioniserende radiatie wordt gebruikt, is deze toepassing in het bijzonder interessant voor kinderen en zwangere vrouwen. Magnetische resonantie beeldvorming (MRI) gebruikt de potentiële energie opgeslagen in de waterstofatomen in een menselijk lichaam. Deze atomen worden gemanipuleerd met sterke magnetische velden om energie te genereren die door complexe computerprogramma’s wordt gebruikt om twee- en driedimensionale beelden te creëren.

Fluoroscopie wordt gebruikt voor rechtstreekse visualisatie van het lichaam. Veel beelden zijn nodig voor elke minuut van dit proces, waardoor de radioactieve straling waaraan de patiënt wordt blootgesteld relatief hoog zijn.

Andere technieken zijn nucleaire geneeskunde, computertomographie (SPECT) en positron-emissie tomografie (PET).